Redactie PimFortuyn.com, 22 juli 2004
 
Het is meer dan twee jaar geleden dat Pim Fortuyn, Nederlands grootste oppositieleider ooit, werd geliquideerd. Volgens de peilingen van die dag zou hij met 38 zetels zelf minister-president geworden zijn, zijn heilige doel. In dit licht bezien is het opvallend hoe snel de rust in Nederland is teruggekeerd. Een overzicht van de gevolgen van Fortuyn.
 
Hoewel hij door vrijwel alle politieke opponenten en ongeveer de voltallige media werd beschimpt en gedemoniseerd, is Fortuyns politieke invloed groot geweest. Bijna dagelijks valt zijn naam nog. De meeste partijen, van rechts tot links, hebben elementen uit zijn verkiezingsprogramma overgenomen, vaak zonder bronvermelding. Ook bij de PvdA van Wouter Bos lijkt het nieuwe realisme van Fortuyn te zijn doorgedrongen. Verder weten jonge, veelbelovende politici als Eerdmans (LPF), Pastors (Wethouder Leefbaar Rotterdam) Wilders (VVD) maar ook minister Verdonk (VVD) zich regelmatig te onderscheiden met duidelijke standpunten en plannen die in het verlengde liggen van wat Fortuyn voorstond.
 

Weggehouden uit het mediabeeld

Daarentegen is het opvallend hoe Pim Fortuyn (al dan niet bewust) uit het mediabeeld wordt gehouden. Hooguit bij herdenkingsdagen (6 mei) wordt er aandacht besteed aan de persoon Fortuyn en zijn politieke denkbeelden. Dit is opvallend omdat er grote hoeveelheden beeldmateriaal van Fortuyn opgeslagen moeten liggen bij de omroepen. In de periode 25 november 2001 tot 6 mei 2002 was Fortuyn dagelijks in beeld. Zijn optredens stonden altijd garant voor veel commentaren en een levendig debat. Daarom zou het juist interessant zijn om archiefmateriaal van Fortuyn te koppelen aan actuele gebeurtenissen. Er is nog veel uit deze nalatenschap te halen. De oud-columnist van Elsevier had immers een unieke, baanbrekende en profetische visie op de maatschappij. Laten we ook niet vergeten dat 1,6 miljoen mensen op hem hebben gestemd. Dat Fortuyn na de fysieke manier (liquidatie) ook mentaal uit het collectieve geheugen is gewist, is een belediging aan het adres van deze mensen.

Hierbij lijkt de invloed van de (overwegend linksgeoriënteerde) publieke omroepen duidelijk. Het is immers niet in hun belang om hun opponent van weleer nog eens terug in het publieke domein te halen. De omroepen hebben zelfs geleerd van het fenomeen Fortuyn. Hadden zij hem immers zelf niet té belangrijk gemaakt, door hem veel zendtijd te geven, onder invloed van de stijgende kijkcijfers? Deze aanpak is in het tijdperk na Fortuyn sterk gewijzigd. Nieuwe politieke kanshebbers uit de oppositie (kleinere partijen) zijn bij voorbaat kansloos gemaakt of geridiculiseerd. Het zou in het belang zijn van de Nederlandse belastingbetaler als het door Fortuyn blootgelegde en sterk achterhaalde bestel van publieke omroepen voorgoed op de helling zou gaan. De belangenverstrengeling van politiek en media (het establishment) is overduidelijk, want het gaat hier om twee handen op één buik. Voor een democratie en voor de vrijheid van meningsuiting is dit een verre van ideale situatie.
 

Hoe ging het verder met opponenten van Fortuyn?

Wat is er met de andere hoofdrolspelers uit het Fortuyn-tijdperk gebeurd? De gewezen premier Wim Kok, die door Fortuyn ontmaskerd werd als middelmatige minister-president en staatsman, heeft ondertussen emplooi gevonden in diverse commissariaten. Best vreemd dat een voormalige vakbondsleider en verklaard tegenstander van exorbitante zelfverrijking, momenteel het grote graaien in het bedrijfsleven mede mogelijk maakt. Verder is het nog steeds niet geheel duidelijk wat de rol van Wim Kok bij de Srebrenica-affaire en bij de beveiliging van Pim Fortuyn was. Gerrit Zalm, die Fortuyn ‘een gevaarlijke man’ noemde, is wederom minister van Financiën. Het duo Kok/Zalm heeft echter in goede economische tijden, wellicht om politieke en electorale redenen, nagelaten om de sociale zekerheid eens grondig te herzien, zodat het huidige kabinet deze zware klus mag doen.
 
Ad Melkert, de voormalige kroonprins van de PvdA, heeft een prima onderkomen gevonden als politiek banneling bij de Wereldbank. Nota bene als ambassadeur van de huidige regering (en de regering Balkenende I, waar LPF met Mat Herben als onderhandelaar én politiek leider deel van uitmaakte). Hans Dijkstal, de vleesgeworden redelijkheid en verantwoordelijk voor het grote electorale verlies van de VVD, doet nu wat klussen en bemoeit zich tussen de bedrijven door met de politieke koers van de VVD. Dat hij samen met Job Cohen in een commissie heeft plaatsgenomen om het functioneren van de AIVD te onderzoeken, is op zijn minst dubieus te noemen. Jan Pronk doet nu zeer ‘belangrijke dingen’ voor de VN in Soedan, en mag naar gelieven geld van derden besteden, zoals de beste man al 30 jaar gewend is. Deze keer voor mensen die als gevolg van de belabberde interne militaire- en veiligheidssituatie in Soedan in grote problemen zijn gekomen.
 
Frits Bolkestein, bekend van de term “pleefiguur”, is nu klaar als Eurocommissaris en gaat boeken schrijven. Thom de Graaf (D’66) die een link wist te leggen tussen met Anne Frank, mocht zelfs vice-premier worden. Paul Rosenmöller heeft zijn politieke rol opgegeven maar speelt zich in de commissie Maxima (PAVEM) en met een eigen TV-programma wel in de kijker. Voor ex-politici is altijd wel een leuke klus te doen.
 

Politieke erfenis verkwanseld

Natuurlijk is de politieke erfenis van Pim Fortuyn grotendeels verkwanseld door zijn eigen LPF. Al vanaf de moord is er grote onrust en strijd geweest tussen partij(kader)leden en politiek verantwoordelijken. Dat het CDA in 2000 op sterven na dood was (met lijsttrekker Jan de Hoop Scheffer), dat in de VVD een richtingenstrijd en strijd om het leiderschap (Van Aartsen/Zalm) woedt, dat de PvdA stagneert door interne kampen (de partijmastodonten en de ‘vernieuwers’ van het kamp Bos), dat SP een dictatoriaal geleide partij is en dat GroenLinks de indruk wekt van verstrengeling met allerlei foute milieu- en actiegroepen, wordt door de media onderbelicht. Interessanter was blijkbaar hoe de LPF, een mogelijke bedreiging voor het establishment, zichzelf kapot maakte door zelf, altijd voor de camera, haar incompetentie te tonen. . . . . .

Dit is mede een gevolg van de verschillende kampen in de partij: vastgoedmagnaten (Ed Maas c.s.), nieuwe rijken (pornobazen en mediatyconen) en vertegenwoordigers uit defensiekringen, die verschillende belangen hadden en hebben en dan niet in de eerste plaats de nalatenschap van Fortuyn. Verder presteert het merendeel van de LPF-kamerleden zwaar ondermaats, en zeker niet in de geest van Fortuyn. Die zou zijn kamerleden zeker hebben aangespoord tot meer actie en duidelijkere aanwezigheid. Het is een publiek geheim dat Fortuyn een aantal kamerleden niet eens geselecteerd zou hebben, maar zelfs verwijderd van zijn kieslijst.

Postume demonisering

Eén van de begrippen die ons herinnert aan Pim Fortuyn is ‘demonisering’. Fortuyn gaf immers in maart 2002 in het programma Jensen al aan: “ik ben blij dat u mij de gelegenheid geeft. Als mij straks iets wordt aangedaan, zijn zij (Kok, Melkert, Rosenmöller, Klaas de Vries, e.a.) medeverantwoordelijk”. Een postume aanklacht door het duo Spong/Hammerstein werd vakkundig door Justitie verworpen.

De demonisering van Fortuyn gaat ook na de moord door. Raymond van de Boogaard (NRC) zette hem op 5 mei 2004 als fascistoïde leider weg, H. van Luyk (Financieel Dagblad) beschuldigt Fortuyn een donkere onderstroom te hebben aangeboord en onlangs schreef een hoogleraar van de UVA en advocaat van NRC Handelsblad, Egbert Dommering, dat de “de verharding van het discussieklimaat, slechts één van de twijfelachtige erfenissen van Pim Fortuyn is” en Bram Peper noemt hem in de Volkskrant potsierlijk een ‘ééndagsvlieg’. Hoewel Fortuyn zelf natuurlijk geen lieverdje was, geeft dit wel de denken hoe deze, overwegend links geörienteerde ‘deskundigen’ het publieke debat nog steeds proberen te beïnvloeden.
 
De feiten geven aan dat de verharding van het publieke debat veelal uit deze linkse hoek komt. Immers Fortuyns succes lag er grotendeels in, dat hij bespreekbaar maakte, wat heel lang niet gezegd mocht worden. Op straffe van discriminatie, racisme, fascisme en verwijzingen naar de Tweede Wereldoorlog. Dit is een grote verdienste, omdat veel mensen zich monddood gemaakt voelden.
 
In het huidige debat wordt moedige dissidenten, die zich vaak aan de rechterkant van het politieke spectrum bevinden, het spreken onmogelijk gemaakt. Er wordt zware druk uitgeoefend op deze opinievormers, zoals Paul Cliteur (gestopt met het publieke debat vanwege intimidatie), Hans Smolders (bedreigd aan de voordeur), Bart Jan Spruyt (gestopt met lezingen vanwege bedreigingen), Ayaan Hirsi Ali (doodsbedreigingen), Wilders (gemuilkorfd door zijn fractieleider) en Van Aartsen zelf (door een échte aanslag). En dit terwijl de problemen die Fortuyn heeft geschetst zeker niet kleiner zijn geworden na diens eliminatie. Je zult wel gek zijn om je hoofd boven het maaiveld uit te steken als bedreiging je deel is.
 

De essentie van democratie

Maar, een publiek debat, waarin álle politieke aspecten vrijuit kunnen worden besproken, is essentieel in een democratie, waar vrijheid van meningsuiting het hoogste goed is. Daarom wordt het tijd dat de overheid haar verantwoordelijkheid pakt, en ook politiek andersdenkenden beveiligt en beschermt. Anders is het slechts een kwestie van tijd voordat de volgende politieke moord plaatsvindt. En dan zal het geweld, wederom niet van rechts komen ….
 
Pas onlangs heeft het kabinet aangekondigd dat dierenactivisten nauwlettender in de gaten zullen worden gehouden, nadat het geweld uit deze kringen de spuigaten is uitgelopen. Het is sowieso erg frappant dat de binnenlandse veiligheidsdienst (AIVD) wel de extreem-rechtse kringen nauwlettend in de gaten te houdt, maar linkse activisten relatief de vrije hand laat. Waar dit toe kon leiden, bleek met de aanslag door Volkert van der Graaf. Iedere vorm van politiek-extremisme vormt een bedreiging voor de democratie en verdient een keiharde aanpak. Een bonte mix van anarchisten, milieuradicalen, dierenactivisten, krakers uit vrijplaatsen en de zichzelf noemende anti-fascisten (die zich veelal van fascistische methoden bedienen) zijn wel degelijk een gevaar voor de openbare orde, het debat en democratische rechtsstaat. Voorlopig heeft intimidatie uit deze kampen goed gewerkt om politieke opponenten van het establishment de schrik aan te jagen. Dit is gewoon niet te tolereren. Van de moord op Fortuyn lijkt hierbij niets geleerd. Het wordt tijd dat de politiek nu eens écht ingrijpt!
 

Stigmatisering door de media

Nog slechts een klein groepje van aanhangers, die nota bene ook nog flink gestigmatiseerd worden, zijn regelmatig terugkerende gasten op herdenkingsmanifestaties. Circa 500 mensen kwamen 6 mei jl. naar Rotterdam. Het merendeel van deze mensen zijn gewone, beschaafde en betrokken Nederlanders. Alleen de incidentele kaalkop of gekke Henkie werden echter door de publieke omroep in beeld genomen.
 
De stigmatisering en ridiculisering ten top! Maar ook bevestiging voor de TV-kijker: 'zie je wel, daar wil ik niet bij horen'.
In potentie is er echter een zeer grote aanhang voor het gedachtegoed van Fortuyn. Waar zijn anders die 1,6 miljoen stemmers gebleven? Blijkbaar wil de kiezer zich niet meer met de politieke erven van Pim Fortuyn identificeren. Stonden er niet 500.000 mensen aan de kant van de weg tijdens de begrafenisroute?
 

Fortuyn als mediahype

Terugkijkend lijkt de periode Fortuyn voor het grote publiek een mediahype te zijn geweest, net als Idols, Big Brother, het EK-voetbal en andere tijdelijke kijkcijferkanonnen. De conclusie mag zijn dat de Nederlander niet of nauwelijks politiek bewust is, of wil zijn. Hoe kan het anders dat in januari 2003, 9 maanden na de opzienbarende verkiezingsnederlaag, de PvdA het verlies weer grotendeels had hersteld? Terwijl de PvdA momenteel op ongekende winst staat in de, al dan niet gemanipuleerde, verkiezingspolls van Maurice de Hond of NSS/Interview.
 
Het is zeer geraffineerd te noemen hoe de moordzaak Fortuyn is afgehandeld. De conclusies van de commissie Van den Haak laten ruimte voor erg veel vragen, aangezien veel zaken niet zijn onderzocht, en veel direct betrokkenen uit de omgeving van Fortuyn niet zijn gehoord. Verder is er nog steeds het verhaal van de drie AIVD-medewerkers die tijdens dit onderzoek thuis in de ziektewet zaten en niet konden worden ondervraagd (zie Elsevier, 7 feb. 2004). Bovendien wordt elk verband met de moordzaak op Van de Werken (zie Elsevier 2003, week 53) door de overheid ontkend.
 
Het lijkt erop dat het dossier Fortuyn is gesloten en dat iedereen tot de orde van de dag is overgegaan. Zonder nadrukkelijke verantwoordelijken in de politiek of bij de overheidsdiensten aan te wijzen of zelfs te vervolgen én bestraffen. En het Nederlandse publiek heeft dit alles zonder blikken of blozen geslikt.t.
 

Conclusie

Eén ding is zeker, Fortuyn heeft onomstotelijk de macht van de politieke en bestuurlijke elite blootgelegd en een aantal essentiële politieke punten op de agenda gezet: Europa en de eigen, Nederlandse, soevereiniteit, de politieke Islam, de verweesde samenleving waarin het gezag zodanig werd ondermijnd, dat individualisme en egoïsme hoogtij zijn gaan vieren, alsmede de teloorgang van ons onderwijs, de gezondheidszorg en de onhoudbaarheid van het te riante sociale verzekeringsstelsel. De vraag is wie bij de volgende verkiezingen de leemte die Fortuyn heeft nagelaten, gaat opvullen?

PimFortuyn.com
22 juli 2004