Gepubliceerd in Carros, 1e jaargang nr. 1. oktober / november 1994
Een man herken je aan zijn auto. Als hij heus zelf mag uitkiezen, is de auto de weerspiegeling van zijn ziel en zijn potentie. Als hij hem niet zelf mag uitkiezen, zegt dat ook veel over hem. Dan is het iemand die over zich heen laat lopen, door zijn baas of door zijn vrouw. Hoe we het ook wenden of keren, de omgang van de man met de auto onthult zijn identiteit.
Autofabrikanten houden daar terdege rekening mee. Zij proberen hun producten zo te ontwerpen dat zij daarmee het beoogde marktsegment optimaal aanspreken. Zij ontwerpen auto’s voor stoere mannen, voor sterke mannen, voor macho’s, voor softies, voor grootse mannen, maar ook voor de modale huisvader en ten slotte wordt er ook nog wel eens een auto ontworpen voor vrouwen. Bij het ontwerp wordt niet alleen het uiterlijk van de auto betrokken, maar vooral ook de technische prestaties. Een turbo-achtige machine is natuurlijk niks voor een wat duffe ambtenaar wiens terugkomst na het werk even vanzelfsprekend is als het weer. Zo’n man wenst een auto die even voorspelbaar en betrouwbaar is als hijzelf. Een tikkeltje saai kan geen kwaad, met verborgen iets ondeugends. Een beest van een kerel heeft natuurlijk een beest van een auto onder zijn kont.
Buiten boodschappenwagentjes zou liet aan vrouwen nimmer vergund moeten zijn een auto anders te betreden dan als passagier. Een vrouw hoort niet achter het stuur, dat dient bij uitstek het domein van de man te zijn en te blijven. Ze mag ernaast zitten en als zij een mooie vrouw is, mag zij de show stelen door naast haar even knappe als viriele echtgenoot de ongenaakbare lady uit te hangen. Bij voorkeur in een snelle sportwagen met open kap. Hij geconcentreerd, zij een tikkeltje verveeld in wapperende jurk en met dito haren of een geraffineerde hoofdbedekking. Vrouwen hebben zich de laatste tijd al heel veel toegeëigend. Het vanouds voor mannen bestemde publieke domein wordt door hen nu stormenderhand veroverd. Nimmer zo veel excuus-Trusen in één kabinet aangetroffen als in het paarse kabinet van Kok.
Dat kabinet wil vooral een heel gewoon kabinet zijn. Zelfs een paarse filosofie en een paarse uitstraling zijn niet nodig. Een kabinet van niks dus, dat wel het land op de schop wil nemen. Overigens zonder de mensen van het land daarin te betrekken. Het is een typisch Haags product en door en door politiek, in de zin van gerecruteerd uit de reeds sedert decennia gesloten opererende politieke kaste die het openbaar bestuur van dit land beheert. Links en rechts zijn nu gezellig bij elkaar gaan zitten en de christelijk geïnspireerde oppositie heeft al aangekondigd geen oppositie te gaan voeren. Stemmen hoeft dus straks helemaal niet meer. U kunt gewoon thuis blijven, want hetmaakt toch niet uit op wie of wat u stemt. Na de verkiezingen gaan de dames en heren gewoon hun eigen gang, knutselen een kabinetje in elkaar en spelen dan met elkaar regering en oppositie. Oppositie en regering zijn volledig uitwisselbaar, dus lijkt het mij eerlijker om voortaan te loten wie er in het kabinet mag en wie er oppositie moet voeren. Dat vinden wij in dit land tenslotte ook een heel goed systeem om te bepalen wie een schaarse studieplaats wel en wie hem niet mag bezetten.
Ook dit kabinet verplaatst zich in auto’s, van helicopters moeten we in dit land niks hebben. De auto’s zijn van een degelijke middenklassenkwaliteit. Iets meer zit er niet in voor de leden van de regering van ons land. ‘Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg’ is tenslotte ook de opvatting van het kabinet-Kok.
De auto van minister-president Kok is uiteraard de weerspiegeling van zijn ziel, want zelfs hij is een man. Kok rijdt een uitgeklede Ford Scorpio van een onbestemde kleur grijs. Niet zo’n vlotte Scorpio met een kek afgeplat kontje, maar zo’n degelijke tante met een dikke derrière waar heel veel in kan. Achter het getinte glas verschuilt zich rechts achterin de eerste man van ons land, immer turend in stukken en nooit om zich heen. Een staatsman die al zijn verkiezingsbeloften zonder commentaar breekt en denkt daarvoor nooit de rekening gepresenteerd te krijgen. Wat zou het aardig zijn als onze minister president zich zou voortbewegen in een beest van een auto. Maar ja, dan zou hij geen Kok hebben geheten.