Deze column is verschenen in Sum juni 1994

‘Verveling’ is des duivels oorkussen, zeiden de moeders die mijn generatie hebben grootgebracht. We hebben hen, zoals het hoort, daar natuurlijk om uitgelachen maar werden intussen wel zodanig door hen opgevoed dat we probeerden ons niet te vervelen. Deden of doen we dat toch, dan trachten we dat op alle mogelijke manieren te maskeren. Mijn generatie is een grote taboedoorbreker geweest, maar dit taboe hebben we met rust gelaten. Als we ons vervelen doen we alsof dat niet zo is, alsof we denken of zomaar wat uitrusten. Betrapt iemand ons op onze verveling, dan krijgen we een rood hoofd en verzinnen een uitvlucht. Zo niet jullie generatie. Er rust geen enkel meer op verveling en het is in de hedendaagse belevingswereld zeker niet des duivels oorkussen. Politici van GroenLinks proberen de aandacht op zich te vestigen door een house-party te organiseren. Vrijwel letterlijk bezopen zoiets: een politieke discussie voeren terwijl de housemuziek je uit de luidsprekers wordt toegeblazen. De meeste jongeren beschadigen met deze muziek levenslang hun gehoor, laat staan dat je daar als politicus bovenuit kan komen. Erger is echter dat het de meeste jongeren ook geen bal kan schelen. Er is weinig belangstelling voor maatschappelijke vraagstukken van een iets bredere strekking. De belangstelling reikt niet veel verder dan waaraan je direct, hier en nu, iets kunt doen. Problemen die een langere adem vergen zijn aan jullie niet besteed. De meesten stemmen dan ook op de flodderpartij D66. De EO brengt schaamteloos een documentaire over vakantievierende jongeren. Hun enige vertier blijkt te zijn: rondhangen, zuipen, seks en sommigen brengen een heimelijk bezoek aan de evangelisatietent. De EO-organisatie ‘ontfermt zich’, zoals dat heet, over deze jongelui onder het motto: ‘Jullie zijn lang zo slecht nog niet als jullie je voordoen.’ Een schop onder je kont, zullen ze bedoelen! Nu kan ter verdediging worden aangevoerd dat wij, jullie opvoeders, het er ook wel naar hebben gemaakt. We zijn vergeten jullie eisen te stellen. We hebben het goede voorbeeld zelden gegeven en hebben jullie – heel goed bedoeld – toch wel erg aan jullie lot overgelaten. Daarnaast zijn we op een weerzinwekkende manier gehecht aan onze posities. We wensen geen centimeter van onze macht, invloed en welvaart prijs te geven. Dit zal de huidige generatie jongeren dus straks nog opbreken, want jullie zijn niet bepaald opgevoed in het breken van weerstand. Integendeel, het zal nog lang een fluitje van een cent blijken om jullie buiten de deur te houden. Ondertussen vervelen jullie je te pletter en verpakken dat in een levensstijl van niet aflatend entertainment. Het leven als groot vermaak. De nadagen van het Romeinse Rijk zijn er hiermee vergelen niets mee. De landing zal wel even hard zijn. Niet voor ons maar oor jullie. Overdreven, deze algemene schets van de huidige generatie? Ik ben de eerste die dat hartgrondig hoopt!Deze column is verschenen in Sum juni 1994