Deze column is verschenen in Sum mei 1995

 

De meesten van jullie denken na het afstuderen een klassieke ban te verwerven in het bedrijfsleven of in de collectieve sector. Dat zou weleens tegen kunnen vallen. Ik doel hierbij niet alleen op de betrekkelijk hoge werkeloosheid onder de academici en afgestudeerden van het HBO – 33 procent heeft een jaar na het afstuderen nog geen baan en Nederland telt momenteel 130.000 werkloze academici – maar vooral ook op de veranderde positie van de werknemer in het algemeen en die van de hooggeschoolde in het bijzonder. In ons soort samenlevingen is intussen sprake van een zekere overscholing, in die zin dat niet voor iedere hooggeschoolde een daarbij passende baan beschikbaar is. Het zal steeds vaker voorkomen dat een hooggeschoolde een deel van zijn hele beroepsleven werk zal verrichten dat beneden zijn mogelijkheden ligt.
Het automatische verband tussen hoge scholing, hoge baan en hoog salaris verdwijnt in rap tempo en komt nooit weerom. Je kunt je daarin schikken of denken: dat overkomt mij niet, maar dan loop je de kansen die er wèl zijn en vooral komen mis. Indien je besluit niet te gaan voor een vaste betrekking, maar voor een losse contractuele binding dan haal je de toekomst naar je toe. We gaan toe naar een wereld van post-industriële contractarbeid, dat wil zeggen arbeid die wordt verleend voor de duur van een bepaalde klus. Dat kunnen voltijdige contracten zijn, maar ook een aantal contracten die tegelijkertijd lopen. Het is allemaal afhankelijk van de soort deskundigheid die je te bieden hebt, de vraag daarnaar en de onderhandelingsbekwaamheid waarover je beschikt.Deze trend tekent zich momenteel wereldwijd af. De traditionele baan heeft zijn langste tijd gehad en wordt vervangen door het contract van bepaalde duur. Een volwassen contract waarin beide partijen hun rechten en plichten vastleggen. De post-industriële contractarbeider regelt in zijn contract de hele winkel, van inkomen tot en met verzekering, autovergoeding en dergelijke. Hij spreekt een bedrag af waarvoor hij het doet. Alles inclusief. Het is van belang dat je daar nu al over gaat nadenken, hoe dat straks aan te pakken.
Hoe kom ik aan mijn contracten? Bij welke bedrijven of instellingen wil ik die in de wacht slepen? Wat moet er in zo’n contract allemaal gereld worden? Welke soort verzekeringen wil ik hebben, waar kan ik die krijgen en tegen welke prijs? Anders gezegd, contract-arbeid vereist dat je ondernemer wordt van je eigen arbeid. Dat je weet wat je kunt. Dat je weet wat je bedingen moet. Dat je weet waar je je orders vandaan haalt. Dat je weet wat je nog verder wil leren en waar je dat kunt en hoe je dat regelt binnen de grenzen van het door jou af te sluiten contract. Kortom, spannend, ondernemer worden van je eigen arbeid, heel wat zelfstandiger dan solliciteren op de een of andere baan die op den duur in deze vorm toch verdwijnt!Deze column is verschenen in Sum mei 1995