Gepubliceerd in Carros, 3e jaargang nr. 6, januari /februari 1997


Het spektakel van de Miljoenennota is voorbij, de Gouden Koets staat weer op stal en de Majesteit zit steviger op Haar troon dan ooit tevoren, maar de files groeien en bloeien in getal en lengte.

De minister van Verkeer en Waterstaat gaat daar nu iets aan doen. Beloften worden overigens niet gedaan, terwijl dat zo makkelijk is. Verkeer en Waterstaat weet precies waar die files elke dag weerkeren en hoe lang ze zijn. Niets leuker voor het volk en uitdagender voor de minister dan die files te benoemen en te vertellen wanneer een specifieke file is verdwenen dan wel sterk ingekort. Eenieder kan dan vervolgens uit eigen waarneming vaststellen of de minister zich aan haar beloften weet te houden. Dat gebeurt natuurlijk allemaal niet, veel te riskant, want dan kunnen wij haar afrekenen op haar daden en Annemarie wil nog langer mee dan dit kabinet, liefst nog een ritje Kok II.

Wat ze wel te bieden heeft, is overigens meer van hetzelfde. De benzineaccijns gaat omhoog, bekend is dat dit niets uithaalt. Ook generieke maatregelen halen niets uit. Overigens zou het wel aardig zijn indien de overheid voor de wanprestaties die ze op dit terrein levert, nu eens bestraft zou worden in plaats van beloond met nog meer geld. Waarom kun je in het buitenland bij een substantiële vertraging van de trein je geld wel terugkrijgen en waarom kan een autobezitter dat niet, als hij weer eens in de file zit? Het zou een aardige prikkel zijn om die wegen eens heel veel beter te beheren.

Het wegenbeheer in Nederland is een grote bureaucratische puinzooi, waar slechts één instituut slapend rijk van wordt en dat is de bedrijfstak wegenbouw en wegenonderhoud. Als je veel op de weg bent en je ogen goed de kost geeft, dan zie je dat daar heel veel, heel erg makkelijk wordt verdiend. Er is een overvloed aan personeel dat loopt te lanterfanten. Van een ploegje van een man of zes - je ziet ze nooit alleen - loopt ten minste de helft met zijn handen in zijn zakken of staat een shaggie te draaien.
De aard van de werkzaamheden is dikwijls duister of ronduit ridicuul. Er wordt een stukje vangrail gerepareerd, een streepje gezet, wat gras weggemaaid, een stukje wegdek vernieuwd of een lampje ingedraaid. Dit alles gebeurt bij voorkeur overdag, spitsuur of geen spitsuur. De veiligheidsmaatregelen die worden genomen zijn niet voor de poes.

Kilometers véér de feitelijke werkplek begint de afzetting, en als er op één baan wordt gewerkt, wordt ook de aanpalende baan afgezet. Onlangs nog drie uur gedaan over het stukje Utrecht-Rotterdam. Bij het Gouwe-aquaduct was een vrachtwagen van de weg afgeraakt en het weiland ingereden. De auto moest weer op de weg worden getakeld.

Dat doet men dan tijdens spitsuur en daarvoor is het nodig drie van de vier banen af te zetten om de takelwagen de gelegenheid te geven zijn werk te doen. Groter minachting voor de weggebruiker is niet denk baar. Er staat ook een overmacht aan politie toe te kijken. Niemand doet iets substantieels. Er is veel lol en dat is dat.

Wegenbeheer in Nederland is ronduit een verschrikking. Een verschrikking waar miljarden guldens in omgaan. Onze guldens wel te verstaan, Ik ben er van overtuigd dat bij een efficiënter wegenbeheer veel files kunnen worden voorkomen. Het is helemaal niet nodig om bijna elk moment weer een kleine verbetering hier of daar aan te brengen. Veel belangrijker is dat het verkeer kan doorstromen en dan is dat hobbeltje of dat versleten streepje niet erg. De snelweg tussen Rotterdam en Amsterdam via Den Haag is na tien jaar nog niet klaar. Het lukt er zelfs nog niet op. Hoe komt dat? En er wordt wel telkens aan gewerkt. En wat heeft het ons al niet gekost? En waarom wordt die wereld van de wegenbouw niet opengebroken, zodat er echte prijs, en kwaliteitsconcurrentie kan plaatsvinden? Het zal de heren wegenbouwers en wegenonderhouders leren om snel te werken en ervoor te zorgen dat we van hun werkzaamheden zo min mogelijk last hebben. In Italië is de weg’ en waterbouw vergeven van de corruptie. In Nederland is dat niet eens nodig, het gemakkelijke geld stroomt zonder corruptie ook wel binnen.

Files moeten structureel worden bestreden door het verbreden en uitbreiden van ons wegennet. Maar er valt nog een wereld te winnen bij tal van kleine maatregelen, onder meer gericht op een effectief wegenbeheer. Een strook van een paar kilometer asfalt bij het knelpunt is vaak al voldoende om de ergste nood te lenigen.

In de volgende eeuw wonen we met achttien miljoen mensen op dit kleine stukje grond. Het is goed reeds nu te stellen dat Nederland in feite geen land is, maar een grote metropool, met schitterende landschapsparken. Denken we zo over ons land, dan zullen we benodigde infrastructuur om onze mobiliteit veilig te stellen met gezwinde spoed aanleggen. Het is tenslotte absurd om de mobiliteit van stadsbewoners terug te willen dringen, dat laat zich niet dwingen. Laat ons in de stad Nederland kunnen bewegen, op de tijdstippen en de manier waarop de stadsbewoner dat goeddunkt. Daarvoor te zorgen is de taak van de politiek in het algemeen en van het wegenbeheer in het bijzonder.