Gepubliceerd in Carros, 5e jaargang nr 1, maart / april 1998
Nederland is het afgelopen jaar tal van keren opgeschrikt door uitbarstingen van wat men ‘zinloos geweld’ is gaan noemen. Veelal uitgeoefend door een groep, de meest laffe vorm van geweld. Over de precieze oorzaken en achtergronden tasten we in het duister. De juridische processen leveren evenmin een eenduidig beeld op. Wel is duidelijk dat het in vrijwel alle gevallen gaat om geweld, uitgeoefend door jonge mannen. Natuurlijk zitten daar sociale ‘losers’ tussen, maar er zijn er nok die een doorsnee maatschappelijke positie bekleden: jong gezin, eengezinswoning en een redelijke haan.
Historisch gezien neemt liet gebruik van geweld eerder af dan toe. Het beschavingsoffensief en de hogere en betere scholing van de bevolking hebben hun vruchten afgeworpen. Ook de sterk verbeterde huis vesting en gezondheidszorg hebben bijgedragen aan de afname van het geweld in de samenleving. Meer dan ooit zijn we er aan gewend ge raakt dat we conflicten uitpraten in plaats van daarvoor op de vuist te gaan.
De huidige geweldsincidenten schokken ons zo, omdat we het gebruik van bruut geweld ontwend zijn geraakt en omdat we daar uitgebreid en direct kennis van nemen via tv-beelden en de talrijke programma’s met wanhopige nabestaanden, de rechtszittingen en al die omstanders en deskundigen die hun mening geven. Een affaire komt daardoor dagen- zoniet wekenlang in het nieuws en dat versterkt het gevoel dat er veel geweld wordt toegepast in het openbare leven.
Bij elk incident volgt, als een soort Pavlov reactie, de roep om meer blauw op straat en strengere straffen. Een meerderheid van de bevolking is zelfs voor de herinvoering van de doodstraf. Dat er veel mankeert aan een effectieve inzet van politie en justitie is met de rellen vorig jaar in de Groningse Oosterparkbuurt weer eens gebleken. Woningen en interieurs werden getransformeerd tot volledige puinhopen, terwijl de aanwezige politie werkeloos toekeek. Te bang om het met een clubje van tien agenten op ie nemen tegen zo’n zestig relschoppers. Te gek voor woorden. Een paar schoten in de lucht en de meelopers waren weggerend, waarna de harde kern effectief kon worden aangepakt. De politie is echter een goede afspiegeling van de buurtbevolking. Menig stevig gebouwde huisvader wist niet beter te bedenken dan zenuwachtig om politiehulp te roepen. En dat terwijl een gerichte actie van potige huisvaders, die bovendien bekend zijn met de relschoppers - veelal eigen kinderen en vriendjes daar van -, wonderen had kunnen verrichten. Bang voor de eigen jongens en hun kornuiten.
De vraag is echter of nog meer agenten en nog zwaardere straffen zullen helpen. Agenten hebben we genoeg, alleen zijn ze door die afschuwelijke, door hun vakbonden verdedigde dienstroosters zelden beschikbaar op de momenten dat ze nodig zijn. En dat bij een zesendertig-urige werkweek en een werkjaar van ruim negen maanden. Van de gevangenis worden mensen niet beter, zo heeft wereldwijd onderzoek inmiddels uitentreuren aangetoond. Hoe langer de gevangenisstraf, hoe slechter men eruit komt en hoe moeilijker het is om een niet-crimineel bestaan op te bouwen. De doodstraf helpt ons van de dader af, maar verhindert geen nieuwe geweldsmisdrijven.
Naast openlijke geweldpleging stimuleert de zware georganiseerde misdaad steeds driester optreden van politie en justitie. De roep om meer bevoegdheden voor deze instanties is onophoudelijk en de politiek zwicht daar in toenemende mate voor. We hebben inmiddels de twijfelachtige reputatie van het land met de meest uitgebreide afluisterpraktijk ter wereld. De resultaten zijn er ondertussen niet naar. In de drugscriminaliteit gaan miljarden om en de echt grote vissen blijven steeds buiten beeld.
Dat deze bevoegdheden niet alleen worden gebruikt tegen criminelen moge blijken uit het zogenaamde beursschandaal en het oppakken van demonstranten ten tijde van de Eurotop in Amsterdam. Met behulp van het beruchte artikel 140, waarin het lidmaatschap van een criminele organisatie strafbaar is gesteld, worden tal van mensen in preventieve hechtenis genomen. Ons strafrecht is gebaseerd op het beginsel dat justitie schuld moet bewijzen en niet de verdachte zijn onschuld. Al deze preventief opgepakte lieden mogen in het gevang ondertussen bewijzen dat zij geen lid zijn van een criminele organisatie in de zin van artikel 140. Dat is ontzettend moeilijk, want als je zaken hebt gedaan met bijvoorbeeld een beurshandelaar die wordt verdacht van belastingontduiking, dan wordt verondersteld dat je deel uitmaakt van een complot, dus van een criminele organisatie. Artikel 140 was ingevoerd ter bestrijding van goed georganiseerde misdaadbendes en is inmiddels opgerekt. Als het hele beursschandaal niet méér oplevert dan een aantal veroordelingen voor belastingontduiking, dan zijn de ingezette politionele en justitiële middelen buitenproportioneel geweest, tot grote psychische en materiële schade - deels onherstelbaar - van betrokkenen.
Een goed functionerende rechtsstaat behoeft goede justitiële en politionele middelen en effectieve inzet daarvan, alsmede van de rechtshandhavingorganisaties. Daartegenover dient een goede democratische en gerechtelijke controle te bestaan, alsmede proportionaliteit van de inzet van middelen en organisaties. De roep om meer bevoegdheden en nog zwaardere straffen draagt daaraan niet bij en is een beschaafde rechtsstaat onwaardig. Bedenk bij dit alles dat ook u een keer kunt worden opgepakt, zelfs als u volstrekt onschuldig bent.