Spannend was het zeker, de Nacht van Wiegel. Ouderwetse politiek en dito tv. Tot op het laatste moment geloofde ik erin dat de politieke routinier Wiegel door de coalitiepomp zou gaan, maar nee! Mijn vergissing zat hem in het volgehouden principiële standpunt van de senator. In zijn politieke loopbaan heeft Wiegel een grote wendbaarheid en behendigheid aan de dag gelegd en principes waren nobel, maar het moest niet te gek worden.

Eerlijk gezegd geloof ik nog steeds niet dat het slechts de principes waren die bij de voormalige leider van de VVD de doorslag gaven. Eerder denk ik aan een combinatie van factoren. Wiegel is een consistente en onversneden rechtse politicus met een grote dosis humor, geen scherpslijper maar wel een doorzetter. Paars was van stonde af aan een combinatie waar zijn hart niet lag. Wiegel houdt van het debat en de daarbij behorende polarisatie. Ik durf er veel om te verwedden dat hij geen hekel aan zijn voormalige politieke opponent, Joop den Uyl (PvdA) had. Sterker nog, hij had zo'n tegenstander nodig om zichzelf en zijn partij goed te profileren. De huidige politieke cultuur met een overmaat aan zakelijkheid, redelijkheid en begrip is niet het soort cultuur waarin Wiegel kan floreren. Het is hem te saai en te slap en ja te weinig principieel. Wat dat betreft zou hij beter gedijen in de politieke cultuur aan de overkant van de Noordzee.

Dan is er de terechte gekwetstheid. Langzaam maar zeker is hij door de leidinggevende elite van zijn partij op een zijspoor gezet. Dat was niet gemakkelijk, daar Wiegel een man van grote politieke kwaliteiten is en over een grote aanhang beschikt onder het kiezersvolk. Zet Wiegel naast een van de mogelijke aanstaande lijsttrekkers van de VVD - Dijkstal, Jorritsma of Van Aartsen - en duidelijk is dat hij het meest aansprekende politieke profiel en talent is van het viertal.

In de nieuwe zakelijkheid van Paars paste hij niet en Bolkestein heeft hem geduldig en gewiekst het politieke bos ingestuurd. Dat steekt als je nog zo jong en vol politieke levenslust bent. En ten slotte was Wiegel een verklaard tegenstander van de cultuur van de jaren zestig en de politieke exponent daarvan, D66. Het laten sneuvelen van het referendum bracht dit alles samen voor Wiegel.

De VVD heeft nu een probleem. Er wordt in de pers en de politiek wat lacherig gedaan over de laatste meesterzet van de maestro. Er wordt een beeld geschetst, waaraan ook de politieke leiding van de VVD meewerkt door geen tegenspraak te bieden, van het ietwat potsierlijke optreden van een politiek fossiel. Veel hangt af van de achterban van Wiegel en van Wiegel zelf. Heeft hij nog politieke ambities en zo ja, weet hij dan zijn achterban te mobiliseren? Gebeurt dit laatste, dan zal de koers van de VVD verlegd worden naar rechtsmidden in plaats van het huidige linksmidden en komt een hernieuwde coalitie van VVD en CDA in het vizier.

Gebeurt dit niet en blijft de koers van de VVD ongewijzigd, dan gaan we rare verkiezingen tegemoet. Waar zou het immers in die verkiezingen over moeten gaan? Het kabinet is niet gevallen door een intern meningsverschil noch door een breuk in de coalitie. Het kabinet is gevallen door één tegenstem van een coalitiepartner in de Eerste Kamer. De leden van de regeringspartijen in die Kamer zijn niet gebonden aan het regeerakkoord van Paars-II. De politieke partijen die Paars-II vormen hebben zich in het kabinet en in de Tweede Kamer keurig gehouden aan de letter en de geest van het regeerakkoord. Het referendum zelf is overigens alleen belangrijk voor D66, voor de overige coalitiepartijen nauwelijks en het volk van Nederland interesseert het al helemaal geen zier. Partijen moeten straks terug naar de kiezer met grotendeels hetzelfde programma als bij de laatste verkiezingen en zonder een aansprekend politiek geschilpunt.

Het CDA was er als de kippen bij om te pleiten voor vervroegde verkiezingen. Dat doet wat vreemd aan nu deze partij nauwelijks klaar is voor verkiezingen. De rust is teruggekeerd, er staan tal van nieuwe lieden aan het roer, maar profiel heeft het niet. In de oppositie speelt de partij nog steeds niet die rol die met haar zeteltal overeenkomt. GroenLinks steelt met Paul Rosenmöller nog immer de show. Het CDA wil een herbergzame samenleving, samenleven doe je tenslotte niet alleen. Een aansprekende leus, maar een leus die wel handen en voeten behoeft. Wat betekent dat voor het onderwijs, de gezondheidszorg, het openbaar bestuur en de verzorgingsstaat? Gaan we door met de grootschaligheidsmanie of kiezen we met behulp van de informatietechnologie rigoureus voor nieuwe vormen van kleinschaligheid? De politieke praktijk van alle dag lijkt eerder te leiden naar voortzetting van het huidige beleid van grootschaligheid, maar dan met een wat gezelliger sausje. Dat overtuigt niet. Gebeurt er op korte termijn niets, dan is het CDA niets meer dan een christelijke PvdA en waarom zou je dan niet gewoon stemmen op het origineel?

Of er straks iets te kiezen valt hangt dus af van VVD en CDA. Gaat in die partijen het roer om, dan kan het spannend worden. Dan dient er zich een alternatief aan voor Paars. Waarschijnlijker is dat dit niet gebeurt en heeft de kiezer niets te kiezen. We brengen een stem uit op een partij van onze voorkeur en moeten afwachten wat die partij daarmee doet. Op een eventuele regeringscombinatie hebben we als kiezer in deze situatie geen enkel zicht. Een nare nikserige situatie en een vervelende en gevaarlijke voedingsbodem voor een nieuw kabinet.
 
Bron: Elsevier, 29 mei 1999