In Carros doen we doorgaans verslag van de leuke kanten van het autorijden, maar het is niet alles goud wat er blinkt. De automobielindustrie is van oudsher een zakelijke, soms keiharde branche. Het gaat nog steeds om massaproductie, ook waar het dure automobielen betreft, waar de winstmarges kritisch zijn. Efficiënte en effectieve productie maakt het verschil uit tussen winst of verlies maken. Doet men het goed, dan zijn de winsten uitstekend, laat men steekjes vallen, dan zit men zomaar in de rode cijfers.
De auto is naast een product van schoonheid en smaak een product waarbij de veiligheid nauw luistert. Schoonheid en smaak zijn zo belangrijk, omdat er geen product denkbaar is - behoudens kleding misschien - waarin de bezitter zo veel van zijn identiteit legt en zoekt. Men hoeft de liefdevolle behandeling van de automobiel door zijn bezitter maar te aanschouwen om in één oogopslag te zien dat het hier om meer gaat dan om een machine op vier wielen. Veel van de eigenaars poetsen het lakwerk totdat het blinkt en menigeen streelt zelfs de auto na een flinke poetsbeurt. Het zijn vooral de mannen die zo staan tegenover hun automobiel, vrouwen hebben dikwijl een nuchterder houding. Over waarom dat zo is, valt menig balletje op te gooien. 1k laat het maar in het midden, want voor je het weet, word je beschuldigd van seksisme.
Ford bewees ooit hoe ver de hardheid van de auto-industrie kan gaan. Dat merk heeft overigens een traditie op dat terrein die teruggaat tot de grondlegger van het concern, Henry Ford himself. Van hem was al bekend dat de klant elke kleur mocht kiezen, als het maar zwart was en dat elke publiciteit, ook de negatieve, goed was, als er maar over zijn auto’s geschreven en gesproken werd.
Zo’n dertig jaar geleden bracht Ford een populaire auto op de markt, de Pinto, met de benzinetank op een betrekkelijk kwetsbare plek achterin. En u raadt het al: als je achterop zo’n auto vliegt, gaat de boel makkelijk in de fik. Het bijzondere nu was dat Ford in een lang geheim gehouden rapport had laten uitzoeken wat duurder was: het aan brengen van de benzinetank op een meer veilige plaats of het betalen van schadevergoeding aan de slachtoffers danwel hun nabestaanden. Het was allemaal met een akelige precisie uitgerekend en het bleek goedkoper schadevergoeding te betalen dan de benzinetank te verplaatsen. Ford had echter buiten de strenge Amerikaanse overheid gerekend. Het rapport lekte uit toen er al vele exemplaren van deze auto op de weg reden en de eerste schadevergoedingen al waren uitgekeerd. De Amerikaanse overheid greep hard in en legde het concern een grote boete op. Bovendien kon het de benzinetank alsnog verplaatsen.
Hieruit blijkt maar weer dat de Amerikaanse samenleving harder is dan de meeste Europese, maar ook dat het twee kanten op werkt. Winst maken is in de VS een eerbare activiteit, de markteconomie is nergens zo ver en consequent ontwikkeld als daar, maar als je als producent verwijtbare fouten maakt dan ben je op dezelfde keiharde ma nier ontzettend de klos.
De auto-industrie gaat liet komende decennium nog een spectaculaire ontwikkeling tegemoet die de hele branche, van producent tot dealernetwerk, op zijn kop zal zetten. Op de golven van de informatietechnologie zullen de productiestructuur, de afzetstructuur en de onderhoudsstructuur nog ingrijpend veranderen. De consument zal een actieve rol gaan spelen hij de totstandkoming van het eindproduct en wel via internet. Tal van opties zullen de consument worden geboden, waardoor de auto qua vormgeving en technische mogelijkheden nog persoonlijker wordt dan hij nu al is. Net zo goed als we straks allemaal in kleding rondlopen die op maat is gesneden, van spijkerbroek tot kostuum, zullen we straks in auto’s rondrijden die in alle opzichten appelleren aan onze persoonlijke voorkeuren. De werkelijke doorbraak daarin vindt plaats op het moment dat de virtual reality de huiskamer betreedt. Dan kan de consument op een uiterst realistische manier zijn voorkeuren bewonderen. Het product bestaat dan oog alleen virtueel, maar toont zich als echt. Op dat moment kan er oog van alles worden veranderd. Is de beslissing genomen dan volgt de productie ‘tailor made’. Dat vereist een ingrijpende aanpassing van de productiestructuur, de verkoop- en marketingstructuur en van het dealernetwerk. Door de gemoduleerde opzet van de auto zal reparatie gebeuren door het vervangen van defecte modules. De afgekeurde module gaat dan naar een regionaal centrum waar deze óf wordt gerepareerd óf wordt gerecycled. In enkele uren kan de auto het servicecentrum weer verlaten om zijn weg te vervolgen.
Dit alles vereist grotere concerns die een dergelijke logistiek en fine-tuning aankunnen en kunnen financieren. De druk op kostenbesparing zal navenant toenemen. Maar de branche is gewaarschuwd. Geld verdienen mag, maar niet ten koste van de consument, laat staan van diens veiligheid.