Een weekeinde in Maastricht doorgebracht, de enige Nederlandse stad van het goede leven. Winkels vol met mooie en smaakvolle spullen, een fantastisch horecawezen met voor elk wat wils, vrolijke mensen en bovenal een stad die er on-Hollands schoon en verzorgd uit ziet. Het lijkt Brussel, Parijs of Antwerpen wel. Natuurlijk in pocketformaat, het blijft wel Nederland!
04/09/2000 - Nu.nl
Een weekeinde in Maastricht doorgebracht, de enige Nederlandse stad van het goede leven. Winkels vol met mooie en smaakvolle spullen, een fantastisch horecawezen met voor elk wat wils, vrolijke mensen en bovenal een stad die er on-Hollands schoon en verzorgd uit ziet. Het lijkt Brussel, Parijs of Antwerpen wel. Natuurlijk in pocketformaat, het blijft wel Nederland!
Op de terreinen van de vroegere keramiekfabrieken van Regout aan de borders van de Maas, verrijst nu een hele nieuwe wijk. Een interessante plaats. Hier was een van de eerste grote Nederlandse industrieën gevestigd, met alle daarbij behorende ontsporingen van dien.
Lage lonen, kinderarbeid, moordende - en dat letterlijk - arbeidsomstandigheden. Meneer Regout placht tegen meneer pastoor te zeggen: houdt jij ze dom, dan houd ik ze arm! Uitgerekend op deze plek wordt een chique wijk van kantoren, winkels, bedrijfjes en woningen gerealiseerd van een architectuur waar je van moet houden, maar karakteristiek is het zeker. Je zou willen dat de arbeiders en kinderarbeiders van toen er nu een kijkje konden nemen, ze zouden hun ogen niet geloven.
In deze wijk staat ook het in de pers luid geprezen Bonnefantenmuseum. En wat een deceptie! Het ontwerp kan ermee door, hoewel het een uitermate armoedige uitstraling heeft. Maar licht en ruim is het wel. De afwerking is echter erbarmelijk, het museum ziet er nu al afgetrapt uit. Van schoonmaken en met liefde je gebouw behandelen, hebben directie en personeel nog nooit gehoord.
Het begint al bij de entree, een regelrechte vuilnisbelt, waar uitermate vieze hardstenen trappen de bezoekers heen leiden. En dan de collectie. De oude collectie heeft nog wel wat, zij het dat de getoonde kunst wel erg provinciaal is en niet uitstijgt boven de middelmaat.
Ronduit fantastisch is evenwel de collectie houten beelden uit de late Middeleeuwen en de vroege Renaissance. Er hangen de resten van een gekruisigde Christus, die je niet snel meer loslaten. Met name het gezicht van de Christus is van een diep lijden dat in je ziel snijdt. Wat kun je zoiets bewonderen en jaloers zijn op de onbekende kunstenaar die dat heeft weten te maken.
De collectie moderne kunst en de expositie (nota bene in samenwerking met de Tate Gallery) moderne kunst zijn een regelrechte ramp. Een partij kleutergefröbel zonder weerga, met natuurlijk de uitleg erbij wat dit amateurisme allemaal wel niet mag voorstellen. Het stelt nooit voor wat het voorstelt, neen, er ligt immer een buitengewoon diepzinnige gedachte aan ten grondslag. Van enig vakmanschap, dat in elk stuk van de oude collectie in ieder geval aanwezig is, blijkt helemaal niks. U en ik kunnen het ook in elkaar fröbelen, met dit verschil dat wij er ons voor zouden schamen iets dergelijks voor een groot publiek ten toon te stellen.
Het lijkt een teken van de tijd. Ik ben een groot kunstliefhebber en heb zelf een leuke collectie, ook van moderne kunst. Tekenend is dat ik de laatste jaren vrijwel niets meer aanschaf. Ik vind er gewoon niks aan en het gaat helemaal nergens meer over. De moderne kunst verkeert in een diepe crisis. De meeste kunstenaars zijn echt de weg kwijt en doen maar wat, doen vooral veel na van hetgeen we al zo vaak hebben gezien. Een boodschap hebben ze zelden, ons iets laten zien van wat we niet willen of niet kunnen zien is er niet meer bij en choqueren komt in hun woordenboek beslist niet meer voor.
Het is saai en voorspelbaar geworden en op zijn best vakkundig gemaakt. Ontroeren zoals met dat prachtige Christusgelaat is kennelijk iets voor de oude doos geworden. De zogenaamde kunstkenners, de kunstrecensenten in de media, hoor je hier niet over. Zij vinden het allemaal even mooi en spannend.
De directeur van het Bonnefantenmuseum verdient het zijn gebouw eigenhandig schoon te maken en wel iedere dag. Nog beter is het om hem gewoon op de keien te smijten. Dit is een museum, een bourgondische, verzorgde stad als Maastricht onwaardig!
Pim Fortuyn