Carros is bij uitstek een tijdschrift, dat gaat over het goede leven. Veel succesverhalen en natuurlijk al het moois dat de auto-industrie te bieden heeft: nu en in het verleden. De redactie doet zijn uiterste best het verhaal van de auto te presenteren in een prettige omgeving. Voor de meeste van ons is dat iets om over te fantaseren. Die mooie huizen zijn niet van ons, het tentoongespreide, ontspannen leven in luxe is hooguit weggelegd voor de vakantie en ook die vele mooie bolides zijn niet allemaal even bereikbaar. Het is wel heerlijk om over dit alles te lezen en er even bij weg te dromen. Dat neemt niet weg dat er een groeiende klasse aan nieuwe rijken is die zich dit alles wél kan permitteren en voor wie dit alles dagelijkse werkelijkheid is. Roel Pieper, de huidige e-commerce-goeroe bijvoorbeeld, is geboren en opgegroeid in een Vlaardingse duplexwoning als zoon van een technisch instructeur van een autofabrikant, en heeft zich door hard werken zijn huidige status kunnen verwerven.

 
Hij behoort tot de nieuwe rijken, met een groot landgoed in Aerdenhout, een mooi tweede huis in een warm oord en een groot zeil jacht met een vaste, twintigkoppige bemanning. Hij is niet opgehouden met werken, maar reist de hele wereld rond om niet alleen het e-commerce-evangelie te prediken, maar het ook in de praktijk te brengen. In een mooi artikel in HP/De Tijd wordt dit enerverende leven in kaart gebracht. Toch was voor mij het meest aansprekende moment in dit portret het moment waar zijn moeder in beeld komt. Een nuchtere vrouw met een bijzondere levenswijsheid. Ze vond het natuurlijk mooi, al dat succes van haar zoon, en was daar ook als rechtgeaarde moeder trots op, maar maakte zich ook grote zorgen over al dat harde werken en die zucht naar succes. En dan komt de afmaker: “Waar ik me zo aan kan ergeren, is dat hij het alleen maar heeft over het succes in zijn leven, de moeilijke momenten die elk leven kenmerken, komen nooit ter sprake en daar zou hij in de publiciteit wel eens wat aandacht aan mogen besteden.” En zo is het maar net!

De ongekende welvaart in een groot deel van de westerse wereld doet ons graag de ogen sluiten voor de moeilijke momenten in een- ieders leven. Het is niet alles goud wat er blinkt. Aan de buitenkant kan een leven jaloersmakend succesvol zijn, terwijl achter de façade het nodige leed schuilgaat. Dat hoeft nog niet eens betrekking te hebben op ziekte, dood of liefdesverdriet, maar gewoon omdat het bezit van de zaak maar al te vaak het einde van het vermaak betekent. De vreugde van de eerste auto, bijeengesprokkeld met spaargeld en een leninkje. wordt zelden geëvenaard door die van alle gemakken voorziene bolide.

Mijn eerste schilderij, gekocht toen ik student was, met als ‘straf een paar maanden brood met pindakaas, is nog altijd mijn dierbaarste schilderij, terwijl het zeker niet het kostbaarste en mooiste is, De eerste keer dat er iets van mijn hand in druk verscheen, mijn eerste artikel, mijn eerste boek, het is daarna nooit meer diezelfde trots en vreugde geworden Integendeel, het behoort tot mijn werk en daarmee tot de gekende omgeving.

Velen van ons leven in een wereld van overvloed, waarin wij onze wensen - mits we het niet te dol maken natuurlijk - centraal kunnen stellen en ze meestal direct of op enige ter kunnen vervullen. Veel van onze drive verdwijnt daardoor en daarmee natuurlijk ook de vreugde van het genieten als we het hebben bereikt. Ongelukkig word je daar natuurlijk niet van. Een comfortabel leven, dat niet geplaagd wordt door materiële zorgen, is zonder meer een prettig leven. Een gelukkig en zinvol leven krijg je er echter niet door, hooguit legt de materiële welvaart daarvoor een basis. Zingevingvraagstukken worden steeds belangrijker in ons hedonistische bestaan. En ja, daar gaat het eigenlijk zelden over. Wat is de zin van ons zijn hier, nu en in de toekomst? Brrr. Velen lopen daarvoor weg en dat wordt ons ook gemakkelijk gemaakt. Er is veel vermaak, er valt hard te werken, er valt eindeloos te consumeren, er zijn zo veel manieren om de zinnen te verzetten, zo veel zelfs dat het moeilijk kiezen is. Maar voor sommigen houdt al dat hollen, verpozen en de gedachten verzetten ineens op. De aanleiding kan een tragische of dramatische zijn, maar er kan ook geen enkele directe aanleiding zijn. Het is zomaar op en dan moeten we, of we dat willen of niet, er aan gaan staan en ons verdiepen in de zin van ons bestaan.

Eenvoudig is dat niet, zeker als men niet gelovig is en dus niet kan terugvallen op een traditie van zingeving. Men zal deze dan bij zichzelf moeten zoeken, in eigen bronnen, waarover ieder mens gelukkig kan beschikken. Dat vergt echter stilte, geduld, leegte en de bereidheid om te luisteren naar de stemmen uit die bronnen. Als dat proces goed verloopt, wordt de leegte ruimte, waarin zich nieuwe dingen kunnen ontwikkelen en de zin van het bestaan verder tot ontplooiing kan komen. Het proces zelf is een moeilijke, en veelal ook met angst en onzekerheid beladen periode. Daar kan ik inmiddels over meepraten. Dit keer dus geen overpeinzing in de donkere dagen voor de Kerst, maar gewoon in hartje zomer. En ja, wat doet dat er ook toe, een beetje tegengas temidden van al dat moois en succes kan geen kwaad, moet u maar denken.Gepubliceerd in Carros. 7e jaargang nr. 4, september / oktober 2000