De oud-linkse minister van ruimtelijke ordening, Pronk(PvdA), heeft het zelf gezegd : Nederland is vol,sterker nog overvol! Een dergelijke uitspraak van deze man had zelfs Drs. Janmaat in zijn stoutste dromen niet durven bedenken. Nu is en blijft tot op zekere hoogte het begrip vol niet alleen een beladen begrip maar bovenal een subjectief begrip. Wat voor de een vol is, is voor de ander betrekkelijk leeg. Een stadsmens kijkt anders tegen het begrip vol aan dan een boer uit Flevoland.
De Randstedeling van nu ervaart het begrip vol anders dan het Randstedelijke jongetje dat ik was in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Een tijd waarin nog geen dorp, stadje of stad aan elkaar was gegroeid. Tussen de diverse bebouwingen ontvouwde zich een heel divers landschap, van bossen, duinen, velden en polders. De wijdsheid van het Hollandse landschap toonde zich bij wijze van spreken om de hoek van de deur of je nu in een stad of in een dorp woonde. Wie nu bijvoorbeeld over Halfweg van Amsterdam naar Haarlem trekt, ziet vrijwel alleen bebouwing. Wie dat deed in de vijftiger jaren waande zich gedurende een half uur gaans op het platteland. Hetzelfde kan worden opgemerkt over de tocht van Rotterdam naar Schiedam of Dordrecht of van ís Gravenhage naar Leiden etc.
De open ruimte verdwijnt in ons land in hoog tempo met name in de Randstad en daar waar deze nog voorhanden is en vooralsnog niet mag worden bebouwd, zetten we deze graag vol met aangelegde bossen voor het nodige verpozen.
Pronk heeft de ruimteclaims van de departementen opgeteld en komt tot de conclusie dat we over dertig jaar de ruimte van de omvang van een provincie als Zuid-Holland te kort komen. Dat is even schrikken geblazen. Natuurlijk is dat overdreven, omdat het niet meer is dan een extrapolatie van de huidige verwachtingen en als iets duidelijk is geworden de afgelopen vijftig jaar, dan is het wel dat ruimtelijke indeling moeilijk te plannen valt en dat de aard van het ruimtebeslag zich nauwelijks over een wat langere termijn laat voorzien.
Wie had vijftig jaar geleden dat explosieve autogebruik voorzien, wie al die bedrijvenparken en vinexlocaties? Geen mens; zelfs politici, planologen en futurologen niet. Bij het verwachtte ruimtebeslag vallen ook nu deze kanttekeningen te maken. Nader ingevuld, het ruimtebeslag is vooral gebaseerd op de industriele economie, waarin wij nu nog grotendeels verkeren. De ICT economie maakt echter een heel ander gebruik van de ruimte mogelijk. Er zijn zelfs grote ruimtewinsten te incasseren als we ICT niet langer gebruiken als techniek, maar ook als concept om economie en samenleving in te richten. Daar tegenover staat dat Nederland in toenemende mate een immigratieland is geworden.
De toestroom van buitenlanders legaal, onder het hoofdstuk asielbeleid, en illegaal gaat onverdroten voort. Het daaraan gekoppelde ruimhartige beleid van gezinshereniging vermenigvuldigt deze toestroom nog eens met de factor drie, zodat er iedere vijf jaar een stad van de omvang van Deventer aan nieuwkomers bijkomt. Het verscherpte asielbeleid zal daaraan weinig veranderen.
Pronk stelt zich tot taak om aan het ruimtebeslag een halt toe te roepen. Een potsierlijk streven, gezien de mogelijkheden die een overheid in het algemeen en een minister van ruimtelijke ordening in het bijzonder in ons soort samenlevingen heeft. Het in goede banen leiden van al die ruimteclaims is al een hele opgave en als men daar in slaagt, mag men zich terecht op de borst kloppen. De geschiedenis van de afgelopen vijftig jaar is wat dat betreft verre van bemoedigend.
Ontwikkelen de ruimteclaims zich in het huidige tempo dan is het goed afscheid te nemen van een aantal illusies. De eerste illusie waarvan we afstand moeten nemen is dat Nederland een land is. Nederland ontwikkelt zich in hoog tempo tot een stadsstaat. Nederland is over dertig jaar een metropool in de Europese Unie, niet meer maar ook niet minder. Als we het goed doen, hebben we het gewicht van metropolen als groot- Londen, groot- Parijs en groot-Berlijn, om enkele na te streven voorbeelden te noemen. Een dicht bebouwde metropool met een aantal grote landschapsparken en waterpartijen.
De regering in Den Haag moet het land dan ook niet langer meer besturen als een land, maar als een metropool. De tweede illusie waarvan we afstand moeten nemen is dat het land een asielbeleid kan voeren. Dat slaat inmiddels al nergens meer op. Een rationele oplossing voor de toestroom van vreemdelingen is het voeren van een immigratiebeleid. Stapt men daar op over, dan kan men quota stellen en zonodig eisen stellen aan de nieuwkomers. Geen softe eisen, maar keiharde eisen waaraan binnen een vooraf te stellen tijd moet worden voldaan. Voldoet men hieraan niet dan is de keiharde sanctie ; uitzetting. Immigranten komen natuurlijk aan met de vereiste papieren, zonder papieren wordt men in geen enkele geval toegelaten.
Na het overstappen op het concept 'stadsstaat' kunnen we daar onze ruimtelijke ordening en inrichting op afstemmen. Dan ook blijkt er veel meer mogelijk is dan thans. Net als in de stadsstaat Singapore gaan we de ruimte efficienter benutten. Dat betekent afbraak van veel dat niet van historisch belang is. De vrijgekomen ruimte wordt vervolgens efficienter ingericht, door veel te bouwen in de hoogte en door veel fysieke infrastructuur weg te werken in de grond. Tenslotte kunnen we onze kennis van inpoldering benutten door datgene wat we al eeuwen doen: land veroveren op de zee, onder het motto dat wat niet uit de lengte kan maar uit de breedte moet.
EuropoortKringen
Pim Fortuyn
9 juni 2000
Rotterdam