Verbijsterd zijn wij over de ramp in Enschede. In het meest aangeharkte land ter wereld, waar men voor de meest pietluttige zaken vergunningen nodig heeft, kan dit gebeuren. Een opslagplaats van zwaar vuurwerk midden in een woonwijk.      

        
22/05/2000 - Nu.nl

Verbijsterd zijn wij over de ramp in Enschede. In het meest aangeharkte land ter wereld, waar men voor de meest pietluttige zaken vergunningen nodig heeft, kan dit gebeuren. Een opslagplaats van zwaar vuurwerk midden in een woonwijk.

Natuurlijk in een achterstandswijk en niet in een middenstands- of villawijk. Heel jammer, want dan waren er nu natuurlijk al een aantal dure advocaten in de weer om de onderste steen boven te halen en de overheid in de beklaagdenbank te plaatsen, om af te dwingen dat alle materiële maar ook immateriële schade tot twee cijfers achter de komma door die overheid wordt vergoed. De bewoners van de getroffen achterstandswijk moeten genoegen nemen met gewiekste verzekeraars, een lening van de kredietbank en slechte vervangende woonruimte.

Uiteraard komt er een onafhankelijk onderzoek naar de oorzaak van de ramp, het optreden van de autoriteiten en het naleven van vergunningen. Ook het Openbaar Ministerie bemoeit zich ermee en zal onderzoeken of er sprake is van een misdrijf. Tenslotte heeft Minister Pronk, nadat het kalf verdronken is, aangekondigd dat soortgelijke opslagplaatsen in woonwijken op termijn moeten verdwijnen.

De echte oorzaak van deze ramp ligt elders. Die ligt bij het volledig zoekraken van het gezond verstand in de volkomen verbureaucratiseerde structuur van het openbaar bestuur en de overheidsdienstverlening. Zoveel is nu al duidelijk: de leiding van het brandweercorps, althans hun bureaucraten, waren wel degelijk op de hoogte van het feit dat hier een grootschalige opslagplaats was van zwaar vuurwerk.

Die leiding heeft niet alleen nimmer geprotesteerd tegen die opslag, maar bovendien verzuimd haar uitvoerend personeel en de bewoners ervan op de hoogte te stellen. Zo kon het gebeuren dat de brandweer uitrukte en de spuitgasten konden denken met een niet bijzonder brandje van doen te hebben. Zij namen dan ook geen maatregelen voor hun eigen veiligheid, die van de buurtbewoners en sensatiebeluste toeschouwers. Gevolg: ontelbare gewonden, en tegen de twintig doden, waaronder vier brandweerlieden.

Voor de dood van die vuurbestrijders draagt onze verbureaucratiseerde brandweerleiding de directe verantwoordelijkheid. Een misdadig verzuim kan men dit noemen, maar ze zullen het wel niet hebben geweten. Voor de opstelling van het beleid in dit soort zaken en de controle daarop zijn -in meer of mindere mate- niet minder dan tien overheidsinstanties verantwoordelijk. Zo'n acht departementale diensten, het provinciebestuur en het gemeentebestuur en de daaraan gelieerde ambtelijke bureaucratische diensten. De uitslag van het onderzoek is nu al te voorspellen.

Eenieder heeft een stukje van de verantwoordelijkheid en heeft in het beste geval zijn deel van de procedure naar de regel afgehandeld. Niemand heeft de eindverantwoordelijkheid, dus is ook niemand aan te spreken, en behoudens die van de brandweercommandant zullen er vast geen koppen rollen. De burgemeester kan tegen de Duitse pers zeggen "Ich habe es nicht gewusst ", zonder dat hij aan de schandpaal wordt genageld.

Integendeel, in de kranten verschijnen berichten dat hij een topper is in het openbaar bestuur van ons land. Bovendien weet hij snel een brief op tafel te leggen, waaruit blijkt dat de provincie het gevaar voor grootschalige calamiteiten vanwege deze opslagplaats op nihiel heeft geschat. Dat is een aardige opsteker voor de burgemeester; zijn stoep is in eerste aanleg hiermee schoon. En zo zullen al die autoriteiten en autoriteitjes hun verschoningen binnenkort bij de hand hebben.

Het verontrustende van dit alles is dat door deze wijze van besturen ons land geen eindverantwoordelijken kent en dat gezond verstand stelselmatig wordt uitgeschakeld. Gebruik je als bestuurder je gezonde verstand dan geef je zo'n vergunning niet af ook al wordt aan alle regeltjes voldaan en zoek je voor zo'n bedrijf een veiliger plek. Kun je er tijdelijk niet onderuit dan draag je zorg voor een goede informatie aan de betreffende buurt.

Nu wist niemand iets en kon ook niemand maatregelen treffen om dit grote leed enigszins te verzachten. De spuitgasten wisten niets en de buurt wist niets en niemand is voor deze onwetendheid formeel verantwoordelijk. Daarover zal premier Kok het in zijn herdenkingstoespraak wel niet hebben. De enige autoriteit die deze zeer voor de hand liggende vraag wel indringend opriep was onze ontstelde Majesteit en wel op de plaats van de ramp oog in oog met de slachtoffers van dit leed.

Pim Fortuyn