In economisch opzicht raakt de wereld steeds meer vervlecht, althans de moderne wereld, dat wil zeggen: al die landen die beschikken over een technologisch goed ontwikkelde economie. Er zijn ook veel landen die daarover helemaal niet of maar zeer ten dele beschikken. Het Afrikaanse continent doet bijvoorbeeld, behoudens segmenten van de Zuid-Afrikaanse economie, gewoon in zijn geheel niet of nauwelijks mee. 

 
21/04/2000 - Nu.nl

In economisch opzicht raakt de wereld steeds meer vervlecht, althans de moderne wereld, dat wil zeggen: al die landen die beschikken over een technologisch goed ontwikkelde economie. Er zijn ook veel landen die daarover helemaal niet of maar zeer ten dele beschikken. Het Afrikaanse continent doet bijvoorbeeld, behoudens segmenten van de Zuid-Afrikaanse economie, gewoon in zijn geheel niet of nauwelijks mee.

Het ziet er naar uit dat de tweedeling van de wereld op het gebied van de economische ontwikkeling alleen nog maar verder zal verscherpen en verdiepen. De ICT-economie en ICT-maatschappij schiet in de landen van het Afrikaanse continent slechts op een passieve manier wortel. Men gebruikt de ICT-technologie waar mogelijk, maar een vooraanstaande positie in de ontwikkeling daarvan neemt men niet in, zelfs niet op segmenten daarvan. En het is ook hier wie het eerst komt die het eerst maalt.

De succesvolle innovatieve bedrijven gaan aan de haal met de grote rendementen en dragen op die manier direct en indirect bij aan de dynamiek van de economie van de betreffende landen en aan de steeds toenemende welvaart van hun bevolkingen. De niet ontwikkelde economieën hebben het nakijken en kunnen slechts profiteren en dat meestal nog beduidend later van de producten die deze elkaar in hoog tempo opvolgende innovaties opleveren. In dat licht bezien is de tweedeling in landen met moderne economieën, van deelnemers aan die economie en van een onderklasse van niet-deelnemers, slechts een relatief, zij het in zwaarte toenemend probleem.

Als gevolg van de economische vervlechting van de moderne economieën, vervat in de metafoor van the global village, komen langzaam maar zeker kleine volksverhuizingen opgang. Een deel van de mensen vindt het niet meer gek om tijdelijk of voor goed te verkassen naar het buitenland. Het minst levert dit problemen op voor goed opgeleidde mensen. In de meeste gevallen hebben die hun zaakjes, inclusief werk en woning al geregeld voor vertrek. Problematischer wordt het indien men laag opgeleid is, niets heeft kunnen regelen voor vertrek en op goed geluk vertrekt van een arm naar een rijk land.

Indien dat rijke land officieel geen immigratie land is en dus niet over een immigratie beleid beschikt, dan doet men dit onder het mom van asielzoeker te zijn. Ons land is zo'n land en krijgt mede daardoor het asielzoekersvraagstuk maar niet in de vingers. Het bestand wordt bij voortduring vervuild door grote groepen mensen die zich aanmelden als asielzoeker, maar feitelijk opzoek zijn naar een situatie waarin zij welvarender dan in eigen land kunnen leven.

In het onnavolgbare jargon van de polder, worden deze mensen economische vluchtelingen genoemd. De meeste van hen komen na aankomst in de onderklasse terecht. Sommigen emanciperen na betrekkelijk korte tijd, maar de meeste zullen er een a twee generaties over doen om te emanciperen en bij delen van Turkse en Marrokkaanse etnische groepen lukt het zelfs voor de derde generatie nog niet.

Daar het mijn verwachting is dat de tweedeling in de wereld eerder zal verdiepen en verscherpen dan verminderen en verzachten, is het alleszins aannemelijk te verwachten dat de toestroom van economische vluchtelingen naar de rijke landen eer toe dan af zal nemen. Het wordt steeds goedkoper en gemakkelijker om zich te verplaatsen. De economie van de global village duldt geen potdichte grenzen dus het wordt ook steeds gemakkelijker om binnen te komen. Een maal binnen is de weg terug heel erg moeilijk.

Bovendien verspreidt de informatie over de westerse vleespotten zich als een lopend vuurtje onder de bevolkingen van de arme landen, met name door de zegeningen der ICT-technologie. De eetlust wordt al doende opgewekt en de animo om te vertrekken neemt alleen maar toe, vooral onder de jonge mensen.

Het valt goed te vergelijken met de trek van het platteland naar de stad die plaats gevonden heeft in vrijwel alle landen ter wereld. De stad is nu het rijke westen en het platteland zijn de arme landen. Voor de landen van de huidige Europese Unie komt daar straks met de toetreding van nieuwe leden uit Oost en Midden Europa nog een probleem bij. Dan wordt de trek van die landen van mensen naar het veel rijkere West-Europa een fluitje van een cent en is deze ook met geen mogelijkheid meer tegen te houden.

Het is duidelijk dat van deze grote volksverhuizingen een behoorlijk ontwrichtende werking kan uitgaan. Zo bezien dient het minderhedendebat geplaatst te worden binnen de veel omvattender context van de aanstormende global village. Dat is de schaduwzijde daarvan, waarop de rijke wereld zelfs het begin van een antwoord nog niet heeft gevonden.

Pim Fortuyn