Het gaat niet goed met de politiek in ons deel van de wereld. Het schandaal rond de partijfinanciering van de CDU in de Bondsrepubliek Duitsland doet de politiek in dat land op zijn grondvesten schudden. Het gaat niet meer alleen om de CDU, maar om het vertrouwen van de burger in de politiek in het algemeen.
25/02/2000 - Nu.nl
Het gaat niet goed met de politiek in ons deel van de wereld. Het schandaal rond de partijfinanciering van de CDU in de Bondsrepubliek Duitsland doet de politiek in dat land op zijn grondvesten schudden. Het gaat niet meer alleen om de CDU, maar om het vertrouwen van de burger in de politiek in het algemeen.
Dat is ook wel terecht. Er zijn niet veel redenen om aan te nemen dat die andere grote politieke partij, de SPD, in de grond veel beter en netter is dan de CDU. Het is een kwestie van de gelegenheid die de dief heeft gemaakt. De jarenlange onafgebroken macht van de CDU en met name de positie van de 'eeuwige kanselier' Helmuth Kohl, heeft een sfeer doen ontstaan bij de kanselier en de hem omringende politici dat zij boven de wet staan.
Zij wanen zo belangrijk voor het land en hun verdiensten zo groot, dat voor hen andere normen, waarden en regels gelden dan voor de gewone sterveling. Een van de grondbeginselen van de democratische rechtsstaat en de parlementaire democratie is evenwel dat eenieder, niemand uitgezonderd, gelijk is voor de wet. Een voor machthebbers nogal moeilijk grondbeginsel, zoals blijkt uit tal van ontsporingen, ook in ons land.
De handhaving van dit grondbeginsel is evenwel van eminent belang. Het is naast de parlementaire controle de enige manier om de uitvoerende macht in het gareel te houden. Met name door het soms tekort schieten van die parlementaire controle is dit het veiligheidsslot op het hele systeem.
Toch is er meer aan de hand dan wat incidentele ontsporingen door groepen die te lang aan de macht zijn. Het functioneren van de politiek zelf is in de loop der jaren grondig veranderd en ook zijn positie in de maatschappij is niet meer dezelfde als zo'n twintig jaar geleden. Op golven van welvaart, onderwijs en technologische ontwikkeling heeft zich een geweldige democratisering voltrokken in economie en maatschappij. Minder dan ooit is afkomst bepalend voor positie en loopbaan van het individu. Niet dat het er niet meer toe doet; de positie van veel allochtonen wijst dat wel uit - geen grondige kennis van de Nederlandse taal betekent geen carrière. Maar het is zeker niet meer alles bepalend. Iemand met talenten heeft tal van mogelijkheden om zich te ontplooien en een positie te verwerven. Een goede afkomst kan daarbij helpen, maar is geen noodzakelijke voorwaarde meer.
De politiek daarentegen beweegt zich precies in de tegenovergestelde richting. Politieke partijen hebben nauwelijks een maatschappelijke inbedding en verworden meer en meer tot een carieremechanisme ten dienste van hen die een rol willen spelen in het publieke domein. Politiek wordt daarbij steeds meer verengd tot besturen, tot de uitoefening van macht en invloed. Een technocratische aangelegenheid van daarin gespecialiseerde functionarissen.
Besturen wordt daardoor een onderonsje van deze functionarissen met alle ontsporingen van dien, maar ook met alle vervreemding van dien. Er wordt steeds meer beleid ontwikkeld dat weinig van doen heeft met vitale maatschappelijke en economische behoeften. In die technocratische sfeer is daar ook geen discussie over.
Een mooi voorbeeld daarvan is de keuze van ons land om de 'Gateway to Europe' te willen zijn middels onze twee mainports: de Rotterdamse haven en Schiphol met alle infrastructuur op het gebied van wegen, spoorwegen en dergelijk, en dat in overvol land en een meer dan volle Randstad. Een keuze die zelfs in onze ICT-maatschappij niet ter discussie staat Er is geen enkele politieke partij die daar tegen in gaat en bijvoorbeeld via ICT een alternatief aanbiedt. Voor de burger valt er dus niets te kiezen.
Meer in het algemeen depolitiseert de op technocratie georiënteerde politiek vrijwel alle gewichtige politieke vraagstukken, met als toppunt de depolitisering van het vreemdelingenvraagstuk. Eenieder die dit gewichtige vraagstuk tracht te politiseren, is onbeschaafd en wordt zo snel mogelijk door de politieke elite geisoleerd.
Zolang de politiek zich blijft opsluiten in zichzelf en elk vraagstuk van gewicht op een technocratische manier depolitiseert, zal de kloof tussen kiezer en gekozene groeien. Een huiveringwekkend vooruitzicht in een wereld waarin voor de parlementaire democratie en de soevereine staat vooralsnog geen betere alternatieven voorhanden zijn.
Pim Fortuyn