De opkomst van de informatie- en commucicatietechnologie heeft grote gevolgen voor de inrichting van de samenleving, de wijze van werken en de manier waarop ondernemingen en instellingen hun arbeidsorganisatie moeten inrichten. De hele zaak zal op zijn kop moeten en dat is niet minder dan een revolutie.

 
17/02/2000 - Nu.nl

De opkomst van de informatie- en commucicatietechnologie heeft grote gevolgen voor de inrichting van de samenleving, de wijze van werken en de manier waarop ondernemingen en instellingen hun arbeidsorganisatie moeten inrichten. De hele zaak zal op zijn kop moeten en dat is niet minder dan een revolutie.

Ingesleten gewoonten zullen we achter ons moeten laten. Kennis en vaardigheden van de medewerkers van ondernemingen en instellingen moeten optimaal benut worden, zonder de tussenschakels waarin zich macht en invloed ophopen, waarin we nu nog grossieren.

Nog weer anders gezegd: we bedienen met onze vingers de toetsenborden van de ICT-economie en -samenleving, terwijl we met onze hoofden, cultuur, mentaliteit en organisatiearrangementen nog in de industriële economie zitten. Een economie die bepaald werd door het ritme, de vormgeving en het vermogen van de machine en de daaraan geparenteerde bureaucratie. Als iets kenmerkend is voor de industriële economie, dan zijn het wel grootschaligheid en eenvormigheid, welke zich ook weerspiegelt in de organisatie van de arbeid: sterk gericht op procedures, hiërarchisch (commandostructuur), voornamelijk georiënteerd op de productie van goederen en diensten en pas in de tweede plaats op de klanten en afnemers.

De ICT manier van werken stelt de klant/afnemer centraal, niet wat kan maar wat gevraagd wordt is het uitgangspunt, handelt strategisch grootschalig (alle kennis op de wereld is in beginsel binnen te halen) en is qua uitvoering in staat de kleinste schaal te bedienen. Dat vereist een uitermate flexibele arbeidsorganisatie, werkend in netwerken van andere arbeidsorganisaties. Niet de procedure maar de klus staat centraal en niet de hiërarchie maar de uitvoering en dus de uitvoerenden (bezitters van kennis en vaardigheden) bepalen de mogelijkheden.

De industriële economie wordt op zijn hoogtepunt verbeeld door de manager, opgenomen in een bureaucratische structuur van management. De ICT-economie is de manager en zijn bureaucratie voorbij en legt een grote verantwoordelijkheid en veel initiatief bij de uitvoerenden in de organisatie. Dit betekent niet minder dan een forse kaalslag onder het management en voor de kleine groep overgebleven managers een geheel andere manier van werken. Deze kleine groep nieuwe managers zal veeleer optreden als regisseurs van het logistieke proces dan als bevelvoerders daarvan. In het bedrijfsleven begint dit besef langzaamaan door te dringen - in de collectieve sector allerminst.

Onderwijs en Zorg, de twee sectoren waar de politiek nu weer veel geld in wil investeren, worden geplaagd door een volstrekt industriële manier van werken en van organiseren van de arbeid. Grootschaligheid is nog steeds het oplossingsmiddel voor de zeer omvangrijke problemen in die sectoren. Bureaucratie, procedures en een zeer omvangrijk management bepalen de gang van zaken, met als gevolg een uitermate schraal product dat nauwelijks is toegesneden op de wensen en behoeften van de afnemer. Er is sprake van een gigantische overhead, dus een zeer kostbare vorm van produceren van diensten, die eerder de kwaliteit van het dienstverleningsproduct schaadt dan het verbetert.

Alvorens meer geld te pompen in deze sectoren, zullen zij volledig op de schop moeten. Er zal fors moeten worden gesneden in de overhead, dus in het management, in de bureaucratie en in al die kundes die vanuit het management losgelaten zijn op de uitvoerenden en hen veelal hinderen in hun werk in plaats van ze te ondersteunen. Management en zogenaamd ondersteunende kundes hebben de macht in deze sectoren en de uitvoerenden zijn letterlijk uitvoerenden van hun directieven.

Minister Zalm (VVD) van Financiën lijkt dat in te zien, maar zwicht desondanks voor de druk van PvdA en D66 om meer geld voor deze sectoren beschikbaar te stellen. In het bedrijfsleven weten we dat dat op dit moment goed geld naar kwaad geld gooien is. Het is duidelijk dat deze manier van werken in de ICT-maatschappij niet langer houdbaar is. Net als in het bedrijfsleven zullen de uitvoerenden centraal moeten staan: de dokters, verpleegsters, onderwijzers en dergelijke en zullen deze moeten worden afgerekend op het dienstverleningsproduct dat zij voortbrengen.

Dat vereist een opstand van de uitvoerenden in deze sectoren tegen het eigen management, niet meer en niet minder dan dat. Voor de afnemers en de werkers in deze wijngaarden des Heren is het te hopen dat deze onvermijdelijke opstand er op korte termijn komt. Dan wordt het weer leuk en aantrekkelijk om te werken in deze boeiende sectoren en daar hebben we allemaal baat bij. Ik zou zo zeggen: dames en heren dokters, verpleegsters en onderwijzers, kom van hoog tot laag in opstand en neem de macht over van al die betweters die jullie tot op heden aansturen en daarmee onderdrukken! 

Pim Fortuyn