In de krant van afgelopen maandag, in mijn geval NRC Handelsblad, stond het min of meer terloops op pagina 2. De Raad van Hoofdcommissarissen gaat minister Peper (PvdA) van Binnenlandse Zaken een voorstel doen om het Nederlandse politie-uniform te verrijken met hoofddoekjes en tulbanden. Uiteraard naar uniform centraal ontwerp door een vooraanstaand couturier.

27/01/2000 - Nu.nl

In de krant van afgelopen maandag, in mijn geval NRC Handelsblad, stond het min of meer terloops op pagina 2. De Raad van Hoofdcommissarissen gaat minister Peper (PvdA) van Binnenlandse Zaken een voorstel doen om het Nederlandse politie-uniform te verrijken met hoofddoekjes en tulbanden. Uiteraard naar uniform centraal ontwerp door een vooraanstaand couturier.

Even dacht ik hier dat het een grap van de krant was en ik moest er dan ook hartelijk om lachen. Maar ja, mijn krant maakt nooit grapjes en zeker niet op nieuwspagina en liet mij dus in ongeloof en een zekere vertwijfeling achter. Het is gewoon waar, dit wordt met droge ogen voorgesteld. De reden die wordt opgegeven is dat Nederland een multicultureel land is en op deze manier de politie herkenbaarder wordt bij delen van de bevolking en dat uit die delen van de bevolking dan ook gemakkelijker politiefunctionarissen zouden zijn aan te trekken.

Zelden een krommere redenering gehoord. De politie niet als wets- en ordehandhaver in de maatschappij, maar als een softe instelling van maatschappelijk werk uit de jaren zeventig. Dat kan er nog wel bij na de publieke uitlatingen van politievoorlichter Klaas Wilting, dat de politie er vooral is voor de sloebers in onze maatschappij en niet voor de welvarende burgers.

Wat hier op het spel wordt gezet is veel en een uiting van volstrekt misplaatst cultuurrelativisme, alsmede van verlies van elk begrip van wat de rechtsstaat inhoudt in een parlementair-democratische orde als de onze. We hebben er in onze contreien wat eeuwen overgedaan en er rivieren bloed voor vergoten, maar het uiteindelijk voor elkaar gekregen : de scheiding van Kerk en Staat. Het eerste basisbeginsel van onze parlementair-democratische rechtsorde, niet meer en niet minder.

Godsdienstige overtuiging en kerkelijke organisatie zijn volstrekt particuliere zaken. Het is de zaak van de burger zelf en de overheid treedt daar zeer terughoudend tegenover op. Tegenhanger daarvan is dat niemand in het publieke domein op ongevraagde en ongewenste manier wordt geconfronteerd met deze overtuiging, het is een kwestie van particuliere keuzen en vrijwilligheid.

Het introduceren van hoofddoekjes en tulbanden in het publieke domein door ambtsdragers treedt dit grondbeginsel van onze parlementair-democratische rechtstaat met voeten. Als burger heb ik het recht verschoond te blijven van de godsdienstige opvatting van een politieagent. Hij mag er uiteraard een hebben, maar ik mag daar door hem niet ongevraagd mee worden geconfronteerd, dat moet hij maar in zijn vrije tijd doen en zelfs dan is dat aan de regel van vrijwilligheid gebonden. Als ik er niet mee lastig wil worden gevallen is dat mijn recht.

Hoofddoekjes en tulbanden zijn de uiting van een godsdienstige opvatting - die ik overigens om goede redenen verwerpelijk vind, maar dit terzijde - waarmee de politie mij in functie niet mag lastig vallen . Dat is mijn recht als burger. Staan we dit wel toe, dan mag met hetzelfde recht een christenagent het vissenteken op zijn uniform spelden, de homoagent het homoteken, de katholieke agent een lam of een kruis of beiden, de boeddhist een beeltenis van Boeddha etc.

Dit kan dus gewoon niet en ik hoop dat politiek Den Haag na even nadenken dit begrijpt. Het werkt ook volstrekt contraproductief. De politie heeft al niet zoveel gezag meer en verspeelt op deze manier dat beetje gezag dat het nog heeft. Het uniform, het woord alleen zegt het al, is er niet voor niks. Voor iedere burger is de politie uniform, letterlijk en figuurlijk. Naast het feit dat voor de politie iedere burger voor de wet gelijk is en daarnaar behandeld dient te worden, dus zonder onderscheid naar persoon en functie, is zijn uniforme verschijning de legitimatie van zijn optreden in het publieke domein.

Onschuldig zijn de hoofddoekjes en tulbanden dus niet bij de politie. Zet men dit onheilige voorstel toch door, dan is het te hopen dat alle agenten massaal besluiten hun pet te verwisselen voor een tulband of hoofddoekje, dan zijn we in een moeite van de godsdienstige betekenis van deze hoofdbedekking af.

Pim Fortuyn