(Bron: De Telegraaf, 22 juli 2002, door Martijn Koolhoven)
ROTTERDAM/PROVESANO - Het blauwe gordijntje van vlucht ROS065 wappert even op het moment dat de turbopropeller loskomt van Rotterdam Airport. Even wordt de roomwitte kist zichtbaar met daarin het stoffelijk overschot van Pim Fortuyn.
Het vliegtuig met aan boord de kist met het stoffelijk overschot van Pim Fortuyn vliegt tijdens de afscheidsronde boven Rotterdam ook boven Fortuyns woning aan het G.W. Burgerplein, linksachter de bomen.
De kist staat, dwars op de lengterichting van de ATR 42 van Trans Travel Airlines, tussen cockpit en passagierscompartiment.
We zijn los, los van Rotterdam. Pim Fortuyn is weg uit de stad waar hij zo van hield, waar hij zijn eerste grote politieke succes boekte. Zijn allerlaatste reis is begonnen.
Op rij één, pal achter de kist, zijn broers Simon en Marten met hun echtgenotes. Onder de passagiers verder directe familie en vrienden, zoals de Leefbaar Rotterdam-wethouders Marco Pastors en Rabella de Faria, medeoprichter van de LPF Peter Langendam, begrafenisondernemer Martin Uitendaal en Dick Verbakel, eerste plaatsvervanger van de bisschop van Rotterdam.
Aan boord ook twee 'stille getuigen' die straks de grafkelder ingaan: Pims kostuum dat hij op de dag van de liquidatie droeg en de foto van Pims eerste optreden in de Rotterdamse raad. De Telegraaf vliegt exclusief mee.
Leven
Gezagvoerder Derrel van der Eijk klimt naar ruim 1200 voet (400 meter) en een golf van stilte spoelt door het vliegtuig. Delft, de Nieuwe Waterweg, Maassluis, de Euromast, de Van Brienenoordbrug. Dit was het land van Pim met zíjn mensen. "Hij bracht leven in de politiek en daarmee de politiek in het leven van de mensen"", zo zouden vrienden Jan en Bruno later op de dag tijdens de kerkdienst zeggen.
Die mensen zwaaien nu naar hún Pim. Familie en vrienden aan boord staren naar buiten, een paar maanden Nederlandse geschiedenis draait zich als een film voor hen af. Het toestel schudt, mogelijk door de lage vlieghoogte, maar symbolisch als stil protest tegen Pims gedwongen vertrek?
Gezagvoerder Van der Eijk maakt een laatste bocht en zet koers naar Italië. "Ik heb nu toch een beetje vreemd gevoel, afscheid van Rotterdam"", vertrouwt hij de inzittenden via de boordomroep toe.
Het blauwe gordijn, daar aan het begin van het gangpad, hangt strak en onttrekt de lijkkist aan het oog. Italië ontvangt ons met een bijna strakblauwe lucht, een groene lappendeken met terracotta daken strekt zich onder ons uit. Om 13.45 uur landen we op de regionale luchthaven van Runchi, tussen Triëst en Venetië. Beneden wacht de zwarte begrafenisauto, met glas rondom, waarin de kist straks komt te liggen ligt opgebaard voor het laatste deel van de reis, naar Provesano.
Omdat we pas om half zes op het kerkpleintje van Provesano worden verwacht, drinken we een glas in het restaurantje van de luchthaven. Er hangt een vreemde spanning. Onder begeleiding van de carabinieri vertrekken we rond vieren per touringcar vanaf het vliegveld naar Pims laatste rustplaats, met uitzicht op de zwarte limousine met de witte kist.
Onderweg wordt nog een plaspauze gehouden, carabinieri en rouwauto wachten even langs de kant van de weg. Broer Simon houdt via zijn gsm contact met Bruno Ambrosio, vriend van Pim en de grote organisator van de herbegrafenis. "Ja Bruno, we zijn nu halverwege, we zijn rond half zes bij je.""
En dan, plotseling, eigenlijk toch nog onverwacht, is daar het kerkpleintje van het slaperige Provesano, dat vandaag klaarwakker is. Klaar voor de begrafenis die het kleine Italiaanse dorpje voor één dag tot wereldnieuws maakt. De zon brandt, overal mensen, waar je ook kijkt. Nederlandse toeristen in zomershort en oude Italiaanse boertjes, televisiecamera's, agenten. Chaos, heerlijke Italiaanse chaos.
De zwarte lijkauto draait achteruit richting kerkje. Door de enorme belangstelling van publiek en pers hebben de dragers even moeite om de witte kist het kerkje in te brengen. In het kielzog van de familie dragen vrienden van Pim, onder wie de LPF-Kamerleden Jan van Ruiten en Hans Smolders en medeoprichter Peter Langendam, grote rouwkransen met felgele en helderwitte bloemen en linten. De emotie lees je van hun gezichten. Kerkklokken galmen over Provesano.
De kist, overladen met bloemen, staat nu onder een prachtige boog van fresco's van Gianfranceso da Tolmezzo uit de 15e eeuw. Eigenlijk biedt het kerkje van Provesano plaats aan 120 mensen, maar bijna het dubbele aantal bezoekers is naar binnen gestroomd om getuige van de bijzondere dienst te zijn. Buiten op het kerkplein volgt het publiek de eucharistieviering via luidsprekers.
Priester Piergiorgio Rigalo draagt de mis op, samen met zijn Nederlandse collega Dick Verbakel, 'vicaris-generaal' van het bisdom Rotterdam, eerste plaatsvervanger van bisschop Van Luyn, die op 10 mei de eerste kerkdienst leidde.
Meedogenloos
Terwijl de dienst begint, loopt het kerkje nog steeds vol. Gebruinde Hollandse toeristen met korte broek schuifelen naar binnen. "We zijn een beetje op herhaling"", zo begint Dick Verbakel. "We moesten wel, zoals Marten dat uitdrukte, omdat we het logistiek en emotioneel niet op één dag konden afronden. Maar het is misschien wel goed dat we op herhaling zijn. Want onze gevoelens blijven verward. (...) De dood heeft zijn kruis in ons leven geplant, hard en meedogenloos een gat geboord in het leven van Pim en daarmee in dat van zovelen in ons land...""
Schuin achter ons waaiert zangeres Vanessa zich verkoeling met een stuk papier, de best geklede bezoeker met haar crèmewitte pakje en opvallende hoed met grote witte roos. Het is snikheet. Vanessa en haar man Hans van Breukhoven zijn per Bentley-cabriolet vanuit hun vakantieadres Saint Tropez overgekomen. Op de tweede rij Bruno Ambrosio, voor hem is dit de ontlading van twee maanden werk. Tranen en zweet vloeien samen.
Voordat de beide priesters de kist met doopwater zegenen en de kist naar het kleine mausoleum op de begraafplaats wordt gedragen, richten broer Marten en Pims vrienden Bruno en de Groningse tandarts Jan 't Hooft het woord tot de stampvolle kerk.
"Hier wilde je begraven worden"", eindigt Jan recht uit het hart. "Je hebt het ons vaak gezegd. Dit dorp, dit land, je vrienden, dit was thuis. Maar de dood kwam te vroeg. Geen lange telefoongesprekken meer, geen prachtige brieven, niet meer natafelen tot diep in de nacht, geen zorgen meer over hoe het met jou moet, in de liefde en in het leven. Pim, het wordt stil zonder jou, oorverdovend stil."