Geschreven door Bart Jan Spruyt,
10 december 2011, in Elsevier
 
Op Koninginnedag 2002, een week voor zijn dood, had ik een lange ontmoeting met Pim Fortuyn en na afloop gaf ik hem een boek. Dat was Ravelstein, een roman van de Amerikaanse schrijver Saul Bellow over het leven van zijn vriend Allan Bloom, een excentrieke geleerde die uit afkeer van de studentenrevolte van 1968 in het neoconservatieve kamp was beland. Hij schreef een bestseller, het boek The Closing of the American Mind, een scherp protest tegen culturele slordigheid en een pleidooi voor het lezen van de grote boeken uit onze traditie. 

Een goede vriend die het huis van Fortuyn na diens overlijden bezocht, zag het boek in de slaapkamer naast het bed liggen, stukgelezen.

Om dat te bewijzen, stuurde hij stuurde hij me een foto die hij van het exemplaar had gemaakt. Het is iets wat je blijft achtervolgen: dat Fortuyn dat boek over Bloom in de laatste week van zijn leven blijkbaar heeft gelezen en dat het niet meer mogelijk was het met hem daarover te hebben.

Bloom en Fortuyn waren allebei homo, kaal, flamboyant, droegen mooie pakken, en hadden zich bekeerd tot een levensbeschouwing waarin vaders en wetten ?de verweesde samenleving? moesten redden. Dat is de kern van Fortuyns beschaafde populisme geweest. Fortuyn was een man met een ziel die begreep dat er iets op het spel stond. Het betoog dat hij op 9 februari 2002 tegen het bestuur van Leefbaar Nederland afstak over het behoud van wat ?hier in vijf, zes eeuwen is van wat ?hier in vijf, zes eeuwen is opgebouwd?, was daarvan een bijna ontroerend getuigenis.

Herinneringen als deze komen weer boven nu Elsevier, bijna tien jaar na de moord, de uitgave Pim Fortuyn. Ter Herinnering (1948-2002) heeft gemaakt, met een dvd met vele media-optredens van Fortuyn. De Sint bedacht mij ermee en ik heb al die beelden gefascineerd teruggekeken.

Ze laten je enigszins in verwarring achter.

De beelden zijn gedateerder dan je gedacht had. Tien jaar blijkt toch lang, met veel personen die al lang van het toneel zijn verdwenen. Zelfs over veel thema?s die Fortuyn zo nadrukkelijk aan de orde stelde, hoor je nog maar weinig mensen.

Over de reorganisatie van de overheid bijvoorbeeld, of de wachtlijsten in de zorg.

Toch heeft Fortuyn een revolutie in de Nederlandse politiek ontketend. Er is een periode vóór en een periode ná Fortuyn. Die revolutie bestond in een geheel nieuwe stijl, een harde duidelijkheid, welsprekend verwoord, die ervoor zorgde dat ook bouwvakkers tijdens hun biertje op vrijdagmiddag weer over politiek praatten.

Politiek was tot dan een tamelijk mysterieus, ondoorgrondelijk proces geweest, waarmee burgers zich niet te veel mochten bemoeien. Die hadden daar geen verstand van, en als ze zich ermee bemoeiden, zeiden ze al snel dingen die ze volgens de Haagse dames en heren niet behoorden te zeggen. Politiek was gedelegeerd aan een besloten kaste die tamelijk incompetent bleek maar alle taboes vakkundig in stand hield en het onbehagen van gewone mensen negeerde.

De revolutie van Fortuyn bestond erin dat hij een hele beroepsgroep heeft gedwongen een hele beroepsgroep heeft gedwongen taboes op te geven, problemen te benoemen en met optimisme aan de slag te gaan. De uitnodiging van Fortuyn aan PvdA?er Ad Melkert om eens wat vrolijker te kijken, was de doodsteek aan de dikke nekken van de oude politiek.

Fortuyn wilde vrijheid, maar ook een culturele indamming van die vrijheid. Hij wilde duidelijkheid, maar ook stijl. Hij was bang voor islamisering, maar laboreerde niet aan de wanhoop van latere populisten. Die Marokkaantjes waren wel ónze Marokkaantjes.

Fortuyn heeft dus geschiedenis geschreven, maar partijpolitiek is zijn optreden een intermezzo gebleven. Zijn geest heeft zich over de politiek verspreid, niet één politieke partij die zich over maar er is niet één politieke partij die zich over zijn esprit, dictie en erfenis heeft ontfermd. Geert Wilders heeft zich één keer laten ontvallen dat hij het werk van Fortuyn heeft willen afmaken. Wilders heeft in die zin gelijk dat zijn jeukende PVV voorkomt dat ?Den Haag? zich weer in zichzelf opsluit. Want dat is de afgelopen tien jaar het grootste gevaar gebleken: dat de Binnenhovelingen vroom zeggen dat ze van Fortuyn hebben geleerd om daarna snel weer tot de oude orde van de dag over te gaan.

Zolang PVV-Kamerlid Fleur Agema elke ochtend om vijf uur naar een benzinestation rijdt voor de ochtendkranten, blijft dat gevaar afgewend.

Maar de presentatie, de formuleringen en de diepgang van Fortuyn zijn zelfs binnen het populisme een episode gebleven. In bed met Bloom is blijkbaar toch echt wat anders dan in bad met Donald Duck.